Outlook Express - sneltoetsen
Nu er in de meeste huishoudens een pc aanwezig is kunnen veel mensen aardig handig met de muis overweg. Toch zijn er bij veel Windows-programma's handige toetscombinaties mogelijk waarmee je snel een of meer handelingen kunt uitvoeren. Hieronder vind je een overzicht van sneltoetsen die je kunt gebruiken in Outlook Express. Onderstaande sneltoetsen en toetscombinaties kunnen zowel bij e-mailberichten als bij nieuwsgroepberichten worden gebruikt. Tenzij anders aangegeven.
Korte uitleg
Een aantal toetsencombinaties kunnen alleen in een bepaald venster worden gebruikt. Hieronder een kort overzicht van de vensters:
- Hoofdvenster: het venster dat je te zien krijgt als je Outlook Express opent. Hier Er wordt aangegeven hoeveel berichten Er staan x ongelezen e-mail berichten in het Postvak IN
- Leesvenster: Het venster dat opent wanneer je een bericht leest
- Verzendvenster: Het venster dat je voor je hebt wanneer je een bericht verzendt
De combinaties van toetsen zijn niet willekeurig gekozen maar hebben een engelstalige achtergrond. Om de toetscombinaties makkelijk te kunnen onthouden vind je, indien van toepassing, tussen haakjes het engelse woord.
Sneltoetsen 1
Deze toetscombinaties kunnen in alle drie de genoemde vensters worden gebruikt:
- F1 = het helpvenster openen(F1 is de standaardtoets voor hulp in Windows-toepassingen)
- CTRL + A = alle berichten selecteren (all)
Sneltoetsen 2
Deze toetscombinaties kunnen worden gebruikt in het hoofd- en leesvenster:
- CTRL + P = afdrukken van het geselecteerde bericht (print)
- CTRL + M = verzenden en ontvangen van e-mail (mail)
- Delete of CTRL + D = verwijderen van een e-mail bericht (delete)
- CTRL + N = een nieuw bericht aanmaken (new)
- CTRL + SHIFT + B = het adresboek openen (book)
- CTRL + R = beantwoorden van een bericht (reply)
- CTRL + F = doorsturen van een bericht (forward)
- CTRL + SHIFT + R of CTRL + G (alleen nieuws) = allen beantwoorden (reply/group)
- CTRL + I = naar Postvak IN gaan (inbox)
- CTRL + > of CTRL + SHIFT + > = ga naar het volgende bericht in de lijst
- CTRL + < of CTRL + SHIFT + < = ga naar het vorige bericht in de lijst
- ALT + ENTER = bekijk de eigenschappen van een geselecteerd bericht
- F5 = vernieuwen van nieuwsberichten en -koppen (F5 is de standaardtoets voor vernieuwen in Windows-toepassingen)
- CTRL + U = ga naar het volgende ongelezen e-mail bericht (unread)
- CTRL + SHIFT + U = ga naar de volgende ongelezen nieuwsconversatie (unread)
- CTRL + Y = mapvenster openen om naar een andere map te gaan
Sneltoetsen 3
Deze sneltoetsen zijn alleen te gebruiken in het hoofdvenster:
- CTRL + O of ENTER = openen van een geselecteerd bericht (open)
- CTRL + ENTER of CTRL + Q = markeren van een bericht als gelezen
- TAB = Schakelen tussen de mappenlijst (indien ingeschakeld), de berichtenlijst, het voorbeeldvenster en de lijst met contactpersonen (indien ingeschakeld) (TAB is standaardtoets voor het schakelen tussen toepassingen in Windows)
- CTRL + SHIFT + A = markeer alle nieuwsberichten als gelezen (all)
- CTRL + W = naar een nieuwsgroep gaan
- Pijl-links of + = Een nieuwsconversatie uitvouwen (alle reacties weergeven)
- Pijl-rechts of - = Een nieuwsconversatie samenvouwen (berichten verbergen)
- CTRL + J = ga naar de volgende ongelezen nieuwsgroep of map
- CTRL + SHIFT + M = downloaden van nieuws voor offline lezen
Sneltoetsen 4
Onderstaande toetscombinaties zijn te gebruiken in zowel het lees- als het verzendvenster
- ESC = sluiten van een bericht
- F3 = tekst zoeken (F3 is de standaartoets voor zoeken in toepassingen van Windows)
- CTRL + SHIFT + F = een bericht zoeken (find)
- CTRL + TAB = Schakelen tussen de tabbladen Bewerken, Bron en Voorbeeld (TAB is standaardtoets voor het schakelen tussen toepassingen in Windows)
Sneltoetsen 5
Deze sneltoetsen kun je gebruiken in het venster voor het verzenden van een bericht
- CTRL + K of ALT + K = namen controleren
- F7 = Spelling controleren (standaardtoets voor spellingscontrole in Windows-toepassingen)
- CTRL + SHIFT + S = handtekening invoegen (sign)
- CTRL + ENTER of ALT + S = Een bericht verzenden (send)