Netwerkverbindingen

Tips bij de keuze van een netwerk. Welke types van netwerken bestaan er? Welke bekaveling kan je het best gebruiken? Een goede en makkelijk te begrijpen uitleg is soms nodig.

Wat is een Netwerk?

Een computernetwerk onstaat door verschillende computers en apparaten onderling met elkaar te verbinden. Hierdoor kunnen (indien mogelijk) computers onderling bestanden uitwisselen en een gezamelijke printer, scanner, etc... gebruiken.

Soorten:

LAN (Local Area Network): De computers staan relatief dicht bij elkaar, ze staan bijvoorbeeld in het zelfde gebouw, in het zelfde gebouwencomplex of in een klaslokaal, ook als meerdere klaslokalen met elkaar verbonden zijn, spreekt men nog steeds over LAN. Dit type verbinding is meestal met kabels verbonden.

WAN (Wide Area Network): De computers staan op grotere afstand onderling en van de server, meerdere LAN verbindingen die via telecomunicatie zijn verbonden, noemt men ook WAN. Dit type verbinding gaat via kabels, modems, telecommunicatielijnen en soms zelfs satellieten.

MAN (Metropolitain Area Network): Dit is een speciaal geval van WAN, hierbij worden verschillende administratieve diensten binnen een stad met elkaar verbonden. Een voorbeeld hiervan is: MANAP: Metropolitain Area Network Antwerp, meestal met glasvezelkabels aan elkaar verbonden tot meer dan 70 KM draad. Op dit net zit onderandere het stadhuis, ziekenhuisen, ...

Computersystemen

Computers kunnen op verschillende manieren met elkaar verbonden zijn in grote of kleine gehelen.
Computersystem worden opgedeeld naar grootte (capaciteit). Deze zijn opgedeeld in 3 types:

• mainframes
• minicomputers
• microcomputers

Mainframes

Een mainframe is een type waarbij de server computer een zeer groot extern en intern geheugen heeft, om zo zeer veel gebruikers tegelijk te bedienen. Ook de verwerkingssnelheid is bij een mainframe veel groter dan bij een mini- of microcomputer. Ook de beveiliging bij een mainframe is zeer belangrijk. Een mainframe bevat ook tientallen andere machines die moeten zorgen voor externe opslag van gegevens.

Minicomputer

De minicomputer is ongeveer het zelfde als de mainframe maar dan kleinschaliger. De minicomputer is onstaan door twee bewegingen. Ten eerste daalde eind jaren 70 de prijs van computersystemen dankzij de technische onwikkelingen. Ten tweede ontstond er behoefte aan computersystemen die kleiner waren dan mainframes, om bijvoorbeeld lokaal op een afdeling te gebruiken. De term 'mini' is ontstaan omdat de toenmalige mini's erg klein waren tov de mainframes. De minicomputers worden meestal gebruikt bij kleine bedrijven (gemiddeld tussen 10 tot 400 werknemers).

Microcomputer

De microcomputer is het meest gebruikte systeem voor thuis en zeer kleine netwerken tot 10 computers. Hier wordt er niet speciaal veel besteed aan veiligheid, aangezien er maar weinig computers binnen het netwerk zijn en dit een privaat (geen publiek) netwerk is.

Benodigdheden voor het opstellen van een netwerk.

• Computers voorzien van een netwerkkaart.
• Een fysische koppeling of een medium voor de communicatie. Hiermee wordt meestal de bekabeling of draadloze manier van verbinden bedoeld.
• Een gekozen netwerkarchitectuur. Meest gebruikte is Ethernet.
• Een Besturingssysteem voor het regelen van de communicatie op het netwerk.
• Protocollen waaronder toegangs-, communicaie- en verbindingsprotocollen.

Optionele componenten in een netwerk.

• hub, switch, bridge, router
• modem
• server en werkstation
• randaaparaten (printer, ...)
• Serverdiensten
• Werkstation

Topologieën

• Ster
• bus
• ring
• maas
• ...

Stertopologie:

Hierbij zijn alle computers rechtstreeks verbonden met de router. Als je de router in het midden zet en de computers er rond heb je een "ster".

Bustopologie:

De werkstations zij allemaal rechtstreeks verbonden op een centrale kabel, de bus. De kabel wordt aan beide uiteinden afgesloten met een weerstand, een terminator.

Ring:

Hier staan alle computers in een ring en is elke computer verbonden me de computer naast zich.

Maas:

In een maasnetwerk zijn alle computers met alle computers verbonden, hierdoor is er geen duidelijke struktuur. Het internet is een voorbeeld van een maasnetwerk.