De basis van Excel
Hier in dit artikel zult u veel lezen over hoe Excel precies werkt, hoe u er mee omgaat en voor de rest alles wat u moet weten voor dat u begint te werken met Excel.
Basis Excel
Excel is een rekenprogramma: een elektronisch rekenvel. Het wordt een spreadsheet genoemd. Met een spreadsheet kunnen we bijvoorbeeld prijsberekeningen maken. Daarbij zorgt Excel voor het rekenwerk. Als de gegevens worden veranderd, berekend Excel dat opnieuw.
Excel opstarten:
- Start -> Alle programma’s -> Microsoft office -> Microsoft Excel (jaartaal).
- Start -> In het zoekvak typt u: Excel, boven het zoekvak verschijnen de resultaten, klik op Excel.
- Dubbelklikken op het icoon van Excel wat op het bureaublad staat.
Excel, hoe en wat?
Naast de Office-knop ziet u de werkbalk ‘Snelle toegang’. Deze heeft drie knoppen en daar achter staat een pijltje. Eén van de mogelijkheden is ‘het lint minimaliseren’, dat staat onderaan. Door het ‘lint’ te minimaliseren verdwijnt uw werkbalk, als u weer op een ander tabblad klikt is de lint er weer, maar niet op het vorige tabblad.
De tabbladen zijn:
- Start
- Invoegen
- Pagina-indeling
- Formules
- Gegevens
- Controleren
- Beeld
U begint altijd op het tabblad ‘Start’ als u uw werkbalk weer terug wilt hebben drukt u op het pijltje wat naast de snelle toegang staat, hieronder aan ziet u het lint weer, als u weer op deze klikt is uw werkbalk terug. Het lint is bij elk tabblad anders.
- Min = Minimaliseren (Het venster komt op uw taakbalk te staan)
- X = Sluiten (U sluit hiermee uw programma af)
- Vierkantje = Maximaliseren (Het venster vult het gehele beeldscherm)
- NB:2 Vierkantjes = Verkleinen (Het venster verkleinen of vergroten naar de vorige venstergrootte)
Ongedaan maken:
Er kan naar een vorige situatie teruggegaan worden met een pijltje die terug wijst in een boog, maar u kunt ook CTRL+Z indrukken op uw toetsenbord dan word het zelfde gedaan wat u wilt.
Nieuwe werkmap openen:
Via de Office-knop kunt u op de knop ‘nieuw’ drukken, u krijgt dan een nieuwe werkmap, is deze gevuld dan kunt u op de knop ‘Lege werkmap’ klikken die ook te vinden is via de Office-knop. Een snellere methode is op CTRL+N drukken.
Formule balk:
Laten we een proefje doen, de begin cel waar u op staat is A1, zoals u ziet staan er cijfers links en letters boven A,B,C,D enzovoort en 1,2,3,4 enzovoort. Als u op C3 gaat staan en daar 700 invult, en C4 vult u 368 in en op C5 792, ga dan op C6 staan en typ in de formule balk: =C3+C4+C5 en druk dan enter, zoals u ziet is het gene wat u heeft ingevuld uitgerekend.
De formule balk kunt u herkennen aan Fx.
Het gedeelte waarin gewerkt word is opgedeeld in rijen, kolommen en cellen.
Hieronder staat uitgelegd wat een rij, kolom en wat een snijpunt is.
- Rij: Een aantal cellen naast elkaar is een rij.
- Kolom: Een aantal cellen onder elkaar is een kolom.
- Snijpunt: Een rij wat kruist met een kolom.
Een cel wordt aangegeven met coördinaten, bijvoorbeeld: A1 B1 C1 enzovoort.
Celwijzer verplaatsen:
- Enter: Cel naar beneden
- Tab: Een cel naar rechts
- Pijltjestoetsen: Een cel naar links,rechts, boven of beneden
- Ctrl+Home: Naar cel A1.
- Klikken met uw muis: Hierdoor wordt uw celwijzer ook verplaatst.
Als een cel buiten uw venster ligt gebruik dan de schuifbalk, deze kunt u ook besturen met uw scroll op uw muis, maar dan gaat hij alleen omhoog of omlaag!
Nog meer weetjes over Excel
Hieronder zijn nog een aantal dingen die u moet weten over Excel.
Bestand openen:
Klik op de Office-knop, daar ziet u ‘openen’ staan of kik op CTRL+O, er opent zich dan een ander venster, daarin kunt u een ander bestand zoeken, selecteer degene die u nodig heeft en klik dan op ‘openen’, deze zal dan openen in het venster wat u wou.
Als een map al eerder bezocht is kunt u -> (Vooruit) of <- (Terug) klikken.
Ook kunnen we geopende werkmappen wisselen via het tabblad ‘Beeld’ en dan ‘Ander venster’.
Opslaan:
Office-knop -> Opslaan, de naam wijzigt dan niet! Met CTRL+S kunt u ook snel op slaan. U kunt ook ‘Opslaan als..’ kiezen, dan kunt u kiezen waar deze word opgeslagen en welke naam deze krijgt. Hiervoor hebben we de snel toets F12.
Afdrukken:
Office-knop -> Afdrukken, als u er op klikt dan krijgt u het afdruk scherm ervoor, als u met uw muis erover heen gaat krijgt u 3 keuzes:
- Afdrukken: Eerst afdruk opties aangeven. (Aantal, welke printer)
- Snel afdrukken: Werkblad direct afdrukken. (Geen keuzes)
- Afdrukvoorbeeld: Afdrukvoorbeeld opvragen. (Liggend, normaal)
Als u met Excel gewerkt heeft en u wilt er mee stoppen, en deze is eerder opgeslagen kunt u ‘x’ drukken rechtsboven aan, hij zal dan vragen of u het gewijzigde op wilt slaan, deze zal dan naar de map gaan waar deze eerder is opgeslagen. Als deze niet eerder is opgeslagen kunt u als nog ‘x’ drukken, maar dan kunt u de naam niet wijzigen of kiezen waar deze terecht komt, daarom is het handiger om eerst op te slaan waar u dat wilt en dan ‘x’ drukken, hij zal dan niks vragen maar uw gewijzigde gegevens zijn dan wel opgeslagen.
Gegevens invoeren:
U kunt bepaalde gegevens in Excel invullen en de balk groter maken als de tekst/bedrag er niet inpast. Dat doet u door naar de cel letter te gaan, bovenin en deze groter/kleiner te maken. Gegevens invoer afsluiten doet u d.m.v. (door middel van) op enter te drukken, op een andere cel klikken of met de pijltjes toetsen.
Cel inhoud wissen/wijzigen:
Dat kunt u doen door de cel te selecteren en backspace te drukken of delete, op deze manier kunt u ook de inhoud toepassen door op de formule balk te klikken.
Enige formules:
- + = Optellen
- - = Aftrekken
- * = Vermenigvuldigen
- / = Delen
Nog een andere manier is om naar het tabblad ‘Start’ te gaan en ‘Autosom te klikken’ u krijgt dan een vakje in beeld, en dan kunt u de cellen selecteren door het vakje groter/kleiner te maken en dan enter te drukken.