Waarom een domeinnaam registreren?
In principe zijn deelnemers op Internet ook zonder domeinnaam bereikbaar. Ingave van het IP-adres volstaat. Maar numerieke IP-adressen laten zich moeilijker onthouden dan een beschrijvende naam. Voorwaarde voor het publiceren van domeinnamen op Internet is de registratie van het bijbehorende domein.
Waarom domeinnaam-registratie?
Voorwaarde voor het publiceren van DNS-namen op het Internet is de registratie van het bijbehorende domein. Zoals al in de inleiding gesteld, zijn bijdrages op het Internet ook zonder domeinnaam te vinden. Invoer van het juiste IP-adres volstaat in de meeste gevallen. Maar numerieke IP-adressen zijn in de regel veel moeilijker te onthouden dan een beschrijvende naam. Een website of server via een naam toegankelijk maken is dan ook essentieel voor een succesvol optreden op het Internet.
Bovendien biedt een domeinnaam nog andere
voordelen zoals:
Wie een domeinnaam wil laten registreren kan te maken krijgen met de volgende
aandachtspunten:
Met eigen domein een e-mailadres op maat
Het gebruik van een eigen domeinnaam is in het bedrijfsleven algemeen ingeburgerd! Firma XYZ uit Nederland reserveert voor zichzelf bijvoorbeeld domeinnaam YXZ.nl en beheert op een e-mailserver alle e-mailadressen van de medewerkers. Bijvoorbeeld: hans.muller@ XYZ.nl Een domeinnaam wordt immers niet beïnvloed door de fysieke locatie of een providerwissel. Bovendien heeft zo een e-mailadres pas échte waarde: het vertelt ons met wie we communiceren en waar hij werkt.
Nou is niet iedereen een bedrijf, en dat is ook niet nodig! Iedereen kan zo een e-mailadres bezitten. Een e-mailadres dat precies inhoudt wat het zegt, namelijk jij! Voornaam@achternaam.nl, onmiskenbaar en uniek. Zo'n e-mailadres kan je een gesprekspartner bij het afscheidnemen nog snel even noemen en erop vertrouwen dat hij dat nog weet als hij thuiskomt.
Geld verdienen met je domeinnaam
Het Amerikaanse internetbedrijf Global Domains International (GDI) biedt domeinnamen met de uitgang .ws aan, de codering voor WebSite. De algemene verwachting is dat houders van een .ws-domein in de toekomst veel geld verdienen met die domeinnaam omdat alle andere gewilde domeinnamen, eindigend op com, biz en org al lang vergeven zijn. Feit is in ieder geval dat het bedrijf GDI inmiddels met een ongekend tempo groeit en momenteel al plaats 37 (!) bezet van de 500 snelst groeiende ondernemingen in de Verenigde Staten.
Opbouw en protocollen
Een domein dient ter identificatie van websites en bestaat uit een individuele naam gevolgd door een punt en een landkode of specifieke organisatiekode. Vaak wordt de naam voorafgegaan door het standaard voorvoegsel www. Het gaat dus om een naamsaanduiding die samen met de hostnaam ervoor dient om computers op het Internet te identificeren, en die onderdeel is van de URL van een webpagina (bijvoorbeeld http://www.mijnsite.com/thema.html).
De weergave van de DNS-naam geschiedt volgens een
boomstructuur. Elk knooppunt in deze structuur bezit een eigen naam die zonder aanduiding van de volledige naam niet uniek is. Zo laat zich bijvoorbeeld de aanduiding “voorbeeld” niet uniek identificeren omdat deze naam de ene keer aan voorbeeld.com en de andere keer aan voorbeeld.net kan zijn toegewezen. Elke domeinnaam bestaat daarom uit meerdere naamdelen (labels) die door punten zijn gescheiden.
De uiterst rechtse naam staat het hoogste in de
hiërarchie van de boomstructuur, de meest linkse naam het laagste. Het hoogste niveau in de DNS-hiërarchie is het zogenaamde hoofddomein. Het is per definitie een lege knooppuntnaam, in vakjargon een null-label genoemd. Hieronder, en dus links van het hoofddomein weergegeven, volgt de naam van een
Top Level Domain (TLD). Links van het Top Level Domain volgen de namen van het Second-Level-Domain, gevolgd door het Third-Level-Domain, anders gezegd de
subdomeinen.
Domain Name Registrar
Een eenvoudige en
goedkope manier bestaat eruit om in een bestaand domein een subdomein op te voeren. Stel, het fictieve bedrijf “Mijn-firma” gebruikt het domein van haar Internet Service Provider ISP. Dan zou de domeinnaam er als volgt uit kunnen zien: www.mijn-firma.isp.com. Registratie is hier niet vereist omdat in beginsel alleen domeinen worden geregistreerd die onmiddellijk onder een Top Level Domain liggen.
Normaal gesproken verdienen echter eigen namen als www.mijn-firma.nl de voorkeur. In dat geval moet het domein via een registratie-instelling worden geregistreerd, een Domain Name Registrar. Daarmee staat vast dat alle formele regels worden nageleefd en anderzijds is gegarandeerd dat niemand anders dit domein al gebruikt.
Een Netwerk Information Center is een organisatie die domeinen beheert en een Domain Name Registrar fungeert als interface tussen registry en registrant. Met registrant wordt de domeineigenaar bedoeld, degene dus die een bepaald domein wil laten registreren. Om juridische redenen is deze benaming minder gebruikelijk; In ons land spreekt men liever van de domeineigenaar (In Engels „Domain Holder“).
DNS-servers of naamservers
Domeinregistratie alleen volstaat niet om een domeinnaam op het Internet te publiceren. Op de eerste plaats moet elke domeinnaam op een of meer naamservers in een zonebestand aanwezig zijn. Vervolgens moet in de zone die het betrokken domein bevat een verwijzing (delegation) naar deze
DNS-servers voorkomen. De naamservers zorgen er voor dat de rest van de wereld je domeinnaam weet te vinden.
Hiervóór is al opgemerkt dat domeinnamen in de plaats treden van numerieke IP-adressen. Welnu, ergens moet een computer kunnen terugvinden welk IP-adres gelinkt is aan een bepaalde domeinnaam; Computers hanteren immers IP-adressen om informatie op het internet te localiseren. De gegevens over de verbinding tussen domeinnaam en IP-adres worden opgeslagen op een naamserver (of domeinnaamserver - beide benamingen zijn gangbaar!). Een domeinnaamregistratie gaat dus altijd gepaard met de vastlegging in de bovenliggende naamservers. Normaal gesproken voert de Registrar samen met de verantwoordelijke Registry de vereiste NS Resource Records automatisch in de bovenliggende server op.
Tijdens de registratie moet de opdrachtgever de eigen of de door de provider ter beschikking gestelde naamserver aangeven, waarop het nieuwe domein is gedeponeerd. In de regel controleert de registrar al deze informatie vooraf om ervoor te zorgen dat een verwijzing niet in het luchtledige belandt. Bij kleinere domeinen die maar weinig Resource Records bevatten, kan bij enkele Top of Second Level domeinen (zoals bijvoorbeeld .nl) worden afgezien van afzonderlijke nameservers. De Resource Records kunnen dan rechtstreeks door de domain-registrar op diens eigen nameservers worden geplaatst.
Het kiezen van de domeinnaam
Als eerste moeten de naam van het domein en het bovenliggende domein (doorgaans een Top-Level-Domain zoals .com of .nl) worden vastgesteld. Hierbij moet gechecked worden of wellicht rechten van derden geschonden worden (bijv. geregistreerde merknamen). Elke naam kan letters, cijfers of koppeltekens bevatten, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters. De Registrar bepaalt welke precieze regels er gelden, bijvoorbeeld dat een naam niet mag beginnen met een afbreekstreepje. Afhankelijk van het Top-Level-Domain en de Registrar mogen meer speciale tekens worden gebruikt. De Duitse registrar DENIC kan bijvoorbeeld de extra letters ä, ö, ü, gebruiken en de letter “ß' die gelijk is aan ''ss”.
Via een zogenaamde WHOIS-service kan vastgesteld worden of de gewenste domeinnaam überhaupt nog beschikbaar is. Veel providers stellen daarvoor op hun website meer of minder uitgebreide query-tools ter beschikking. De landspecifieke registratie-organen bieden eveneens mogelijkheden om te controleren of een domeinnaam al vergeven is. Maar die controle heeft in de regel alleen op het eigen domein betrekking.
Bij sommige Top-Level-Domains (TLDs) bestaan beperkingen die een registratie kunnen verhinderen. Zo moet bijvoorbeeld bij een de. en .fr-TLD de aanvrager of zijn administratieve vertegenwoordiger (admin-c) een postadres binnen het betrokken land bezitten. Iets vergelijkbaars geldt ook voor .eu-domeinen. De nationaliteit van de aanvrager speelt overigens geen rol.
Keuze van registrar of service provider
Er bestaan meestal meerdere manieren om een domein te registreren:
- Via een rechtstreeks contract met de exploitant van een (Top Level) domein. Maar die optie is duurder en staat vaak alleen voor grootafnemers open
- Via een registrar voor het gewenste bovenliggende domein
- via een met een registrar samenwerkende serviceprovider
- Via een leverancier of handelaar die met een serviceprovider of registrar samenwerkt.
Voor particulieren en kleine bedrijven zijn serviceproviders meestal te verkiezen omdat ze goedkoper zijn, veel vervelende klussen uit handen nemen en domeinregistratie verzorgen, en dat alles in één pakket.
Inrichting van de naamservers
Ook moet bepaald worden wie de naamservers beheert waarop het toekomstige domein gedeponeerd wordt. Dat kunnen eigen servers zijn of servers beheerd door een Internet-provider. Zijn er maar enkele DNS-namen nodig dan kunnen de eigen naamservers bij veel registries achterwege blijven. Die namen worden dan op de naamserver van de registry ingevoerd, bijvoorbeeld tot een maximum van vijf namen per domein.
De naamservers moeten normaal gesproken bereikbaar zijn op het moment van registratie en reeds het nieuwe domein bevatten. Bovendien moeten de naamservers zelf geregistreerd zijn. Verantwoordelijk voor hun registratie is de eigenaar van het bovenliggende domein. Zo moet bijvoorbeeld de registratie van de naamserver ns1.example.com door de houder van het domein example.com doorgevoerd worden.