De watervalmethode
De watervalmethode is een methodiek die veelal wordt gebruikt bij softwareontwikkeling. Al jaren heerst er een discussie over het gebruik van deze methode in projecten. Naar aanleiding daarvan zijn er vernieuwde modellen gemaakt, waarbij de nadelen van het traditionele watervalmodel grotendeels verdwijnen.
Zoals de benaming ‘waterval’ al aangeeft loopt de ontwikkeling binnen een project als het ware gestructureerd naar beneden. De fases die daarbij worden doorlopen bestaan uit:
- De definitiestudie/analyse
- Basisontwerp
- Technisch ontwerp/detailontwerp
- Bouw
- Testen
- Integratie
- Beheer en onderhoud
Deze fases worden één voor één doorlopen. Dat houdt in dat men niet terug kan gaan in een vorige fases. Fases dienen afgesloten te worden, voordat men begint aan een volgende fase. Dat houdt ook in dat wanneer er een fout wordt opgespoord, men terug moet gaan naar de fase waar de fout is ontstaan, de fout moet herstellen en daarbij de fases die na die fase komen eerst weer moet doorlopen.
Zoals iedere methode voor- én nadelen heeft, heeft ook de watervalmethode een aantal voor- maar zeker ook nadelen.
Voordelen:
- Fases moeten eerst goed afgesloten worden. Dat houdt in dat er goed worden gekeken of alles helemaal klopt. Wanneer er in een vroeg stadium fouten worden ontdekt, kost het minder tijd en geld om deze fout te herstellen.
- Het is een duidelijke methode, met een duidelijke onderscheiding van fases.
- Het gebruik van mijlpalen kan er voor zorgen dat de voortgang van project goed ingeschat kunnen worden.
- Nieuwe mensen die bij een project komen kunnen door middel van de nadruk die op de documentatie wordt gelegd, beter en sneller betrokken worden bij het proces.
- Doordat de methode zeer bekend is en mensen er ervaring mee hebben, is er veel draagvlak en is gemakkelijker om met de methode te werken.
Er zijn echter ook nadelen aan deze methode verbonden.
Nadelen:
- De opdrachtgever wilt soms in de loop van het project iets anders. De watervalmethode gaat er echter vanuit dat de eisen/wensen van de klant niet veranderen. Het aanpassen kost tijd en geld.
- Vanwege de omvang van de fases is het moeilijk in te schatten hoeveel tijd en geld het elke fase kost.
- Er werken verschillende mensen aan de fases. Zo werken de ontwerpers aan de ontwerpfase en de bouwers aan de realisatiefase. Tussen deze partijen kunnen verschillende verwachtingen ontstaan over het product.
- Het testen gebeurt pas later in het project. Wanneer de resultaten moeten worden doorgevoerd, kost dit tijd en geld om het product aan te passen.
- De hoeveelheid documentatie kan bij kleine project ervoor zorgen, dat er onnodig vele tijd aan verspild wordt, wat ten koste gaat van het product zelf.
De klassieke watervalmethode, zoals deze hierboven wordt beschreven, heeft dus een aantal nadelen waar mensen al jaren over discussiëren. Tegenwoordig zijn er vernieuwde modellen gekomen, waarbij een aantal van deze nadelen verdwijnen. Dit is bijvoorbeeld het model van Royce of het Sashimi-model. Beide modellen geven aan dat het in tegenstelling tot bij het traditionele watervalmethode, de fases bij deze modellen elkaar wel moeten kunnen overlappen. Dat houdt niet in dat de methode daarmee direct een goed toepasbaar model is. Zeker Walker Royce is erg kritisch, maar is er ook van overtuigd dat in sommige projecten het model wel zeker kan werken. Zijn vader Winston Royce was de bedenker van het watervalmethode. Deze methode beschreef hij in zijn boek in 1970. Echter noemde hij de methode niet zo. De benaming werd er later pas aangehangen. De kritische Winston Royce heeft altijd gepoogd om duidelijk te maken dat hij de methode niet aanprees, maar juist aangaf dat het een beginsel was, waarbij aanvullingen van harte nodig waren.
Wanneer je de watervalmethode wilt toepassen in je eigen project is het belangrijk om na te gaan of deze methode wel geschikt is. Er zijn grote projecten waarbij deze methode succesvol wordt ingezet en het zijn vaak de aanvullingen en combinaties op de methode die zorgen voor een goede
balans.