Personal Computer (PC)

Personal Computer (PC) Het woord computer komt van het Latijnse woord computare en dat betekent berekenen. Een computer is een gegevensverwerkende machine die door een intern opgeslagen programma bestuurd wordt.

Geschiedenis van de Computer

Mensen gebruiken al duizenden jaren hulpmiddelen om te rekenen en met getallen om te gaan. In 1642 vond de Franse wetenschapper Blaise Pascal de eerste machine uit waar je berekeningen op kon maken. Deze kon echter alleen optellen en aftrekken maar er konden geen verschillende taken worden uitgevoerd. In de jaren 20 en 30 van de 19e eeuw bedacht de Engelse uitvinder Charles Babbage enkele rekenmachines. In 1832 ontwierp hij de Analytical Engine die zou werken op stoom. Dat was een mechanische computer en de ponskaarten vormden de programma's. Maar door gebrek aan geld en technische vaardigheden is de machine maar voor een gedeelte afgemaakt.

Het rekenen via elektrische machines kwam tijdens de tweede wereldoorlog goed op gang. Verschillende onderzoekteams werkten aan elektrische rekenmachines die de banen van kogels en raketten konden berekenen en de geheime codes van de vijand konden ontcijferen.

De eerste programmeerbare “snelle” elektronische computer kwam voort uit deze oorlogsmiddelen. Hij heette ENIAC, en dat staat voor Electronic Numerical Integrater And Calculator. In 1942 begon men aan de ENIAC te werken. Dit gebeurde op de Universiteit van Pennsylvania. In 1945 was hij klaar. De ENIAC was zo groot als twee huizen en verbruikte evenveel elektriciteit als tien huishoudens. Hij werd geprogrammeerd door zijn kabels op verschillende delen van de computer aan te sluiten. Gegevens werden ingevoerd door middel van ponskaarten.

Soorten computers

Computers worden bijna overal gebruikt: op het werk op school en thuis. De meeste computers zien er hetzelfde uit. Ze hebben een beeldscherm (de monitor), meestal een grijze kast met gleuven voor cd’s en diskettes, en een toetsenbord en een muis. Zo’n computer noemen we een ‘personal computer’ oftewel pc, omdat hij maar door één persoon tegelijk kan worden gebruikt. Je kunt een pc met verschillende programma's gebruiken om bijvoorbeeld te schrijven, te tekenen of spelletjes te doen.

Er bestaan ook heel andere computers. Hieronder volgt een opsomming

Mainframe
De grootste computers worden ook wel mainframes genoemd. Ze worden gebruikt door ministeries, grote bedrijven en wetenschappelijke instituten. Een mainframe lijkt meestal op een rij kasten. Niet iedereen kan zo'n computer bedienen, je moet daar een opleiding voor hebben gehad. Een mainframe is nog krachtiger dan duizend gewone pc's. Op de hele wereld zijn er slechts een tiental van deze computers.

Laptop
Een laptop is een draagbare computer. Zo’n laptop werkt op batterijen of op elektriciteit. Een laptop heeft de grootte van een kleine koffer.

Werking van een computer

Een computer kan eigenlijk niet zo heel veel. Dat klinkt raar als je ziet waar de computer voor wordt gebruikt: rekenen, werkstukken maken, tekenen, spelletjes, het weer voorspellen etc. De computer voert alleen een paar basishandelingen uit, namelijk:
  • vergelijken
  • rekenen
  • kiezen
  • besturen

De basishandeling wordt pas uitgevoerd als de computer daar een instructie of opdracht voor krijgt. Alles wat de computer doet is terug te voeren tot de basishandelingen. En deze doet hij snel en goed. Een paar belangrijke eigenschappen van de computer zijn de volgende:

Nauwkeurigheid

De computer verricht vrijwel foutloos basishandelingen. Als mensen praten over een computerfout dan is dit bijna altijd een menselijke fout.

Snelheid

De computer verricht met grote snelheid alle basishandelingen. Afhankelijk van de soort computer kunnen duizenden berekeningen per seconde gemaakt worden.

Capaciteit

Capaciteit is een ander woord voor vermogen. Een computer heeft een groot vermogen om getallen, teksten en andere gegevens te verwerken en op te slaan.

Herhaling

Doordat de computer met grote snelheid basishandelingen uitvoert, kan een handeling in korte tijd een groot aantal keren herhaald worden. Door de grote snelheid en nauwkeurigheid kan de computer met heel veel gegevens tegelijk werken en daardoor kan de computer zoveel verschillende ingewikkelde taken aan. Maar hoe kan het dan als je intypt hoeveel is 3 + 3 dat de computer dan op het scherm laat zien: opdracht of bestandsnaam is onjuist? Dat heeft te maken met de eigen taal die een computer heeft. Je kunt ook wel zeggen dat de computer kan niet rekenen zonder het bijhorende programma. Ofwel, iedere computer heeft een computerprogramma. Degene die achter de computer zit hoeft alleen maar het computerprogramma te kunnen bedienen.

Wij rekenen met het tientallige stelsel, maar een computer werkt alleen met nullen en enen, dus eigenlijk met twee getallen. De nul en de een noemen we een binair getal of een bit. Deze twee getallen kunnen gecombineerd worden in verschillende reeksen en ze bevatten alle informatie die een computer nodig heeft. Binaire getallen lijken vreemd omdat wij gewend zijn aan het tientallige stelsel. Computers doen alles met binaire codes, zelfs het maken van kleurenbeelden. Een beeld wordt uit duizenden kleine puntjes opgebouwd. Deze puntjes hebben elk een eigen plek, kleur en helderheid die als binaire code in de computer zit.

Een voorbeeld

De letter T wordt in de computer zo weer gegeven: 01010100
Typen wij dus de letter T, dan verschijnt deze letter op het beeldscherm. Van de enen en nullen merken wij niets, dit gebeurt in de computer.

Op en aan de computer

Aan alleen een computer heb je niet zo veel. Je hebt ook in- en uitvoerapparaten nodig. Invoerapparaten zetten informatie om in elektronische signalen. Die kan de computer dan weer verwerken. Uitvoerapparaten zetten die signalen om in informatie die wij kunnen horen, begrijpen en gebruiken.

Extra apparaten zoals een printer of scanner, hebben meestal hun eigen chips en schakelingen op een aparte printplaat of kaart. Zo'n printplaat kan in de computer of in het apparaat zitten. Een voorbeeld: een geluidskaart zet signalen van de computer om in signalen die als geluid uit de luidsprekers komen.
Hieronder staat een opsomming van enkele invoerapparaten:

Toetsenbord

Als we kijken naar het toetsenbord van de computer dan zien we dat die er hetzelfde uitziet als het toetsenbord van de typmachine. Er zijn verschillende soorten toetsenborden, een hiervan is het QWERTY ­ toetsenbord. QWERTY staat voor de eerste 5 letters op de bovenste rij van het toetsenbord. Dit gebruiken veel landen waaronder Nederland. De Fransen en Belgen gebruiken de AZERTY indeling. Zij hebben een andere volgorde van de letters dit is omdat zij vaker in hun woorden de q en de w gebruiken. Op het onderstaande plaatje zie je een toetsenbord afgebeeld. Om er voor te zorgen dat elke computer dezelfde code voor een bepaald teken gebruikt is er een internationale standaardcode ontworpen. Dit is de ASCII-code. Dit betekent American Standard Code for Information Interchange.

De muis

De muis is een klein apparaatje dat je met de hand over de tafel kunt bewegen. Bij de meeste muizen word de beweging via een rubber balletje aan de onderkant van de muis aan de elektronica in de muis overgebracht. Door deze elektronica wordt de beweging van de muis omgezet in elektronische signalen. Als je op het beeldscherm kijkt zie je dat de muiscursor of pijltje alle bewegingen van de muis nauwkeurig volgt. Zo kun je tekenen of dingen aanwijzen.
Een muis heeft twee of drie muisknoppen. De linker muisknop is erg belangrijk omdat hier de meeste handelingen mee worden gedaan.

In plaats van een muis bestaan er ook de joystick en de TrackBall. De joystick is een soort 'stuurknuppeltje' en wordt vaak gebruikt voor het spelen van spelletjes op de computer. De TrackBall is een apparaat met een grote kunststof bal aan de bovenkant. Door met de duim over de bal te gaan word de cursor op het scherm verplaatst. In tegenstelling tot de muis kun je dit apparaat op zijn plaats laten staan.

De scanner

Een scanner is een apparaat waarmee je bestaande tekst, tekeningen of foto's in de computer kunt inlezen. Een scanner is een soort kopieerapparaat. Met een lichtstraal tast de scanner het papier af. Door lichtgevoelige cellen wordt het weerkaatste licht omgezet in stroompjes en die worden weer omgezet in signalen die de computer kan verwerken.

Uitvoerapparaten

Beeldscherm

Het bekendste uitvoerapparaat is het beeldscherm. Het resultaat van wat je hebt ingevoerd krijg je meestal direct op het scherm te zien. Het beeldscherm wordt ook wel monitor genoemd.

Printer

De gegevens die je hebt ingevoerd, bijvoorbeeld een werkstuk, wil je meestal ook uitprinten. Dit afdrukken gebeurt met een printer. Je hebt drie verschillende soorten printers, matrix printers, inkjet printers en laserprinters:

Matrix
Matrixprinters werken net zo als een typmachine. Er zit een lint met inkt in de printer. In de printer zit ook nog een printkop met naalden. Deze naalden drukken het lint tegen het papier en zo ontstaat er een letter op het papier. Dit maakt veel herrie, duurt erg lang en het resultaat is niet erg mooi.

Inkjetprinters
In deze printer zit geen printkop met naalden maar er zit een printkop met gaatjes in. Als de printkop langs het papier beweegt wordt er door de gaatjes inkt op het papier gespoten. Daardoor heeft zo'n printer een hoge afdrukkwaliteit en maakt hij bijna geen lawaai.

Laserprinters
Bij een laserprinter worden de letters of tekeningen door behulp van een laserstraal op een ronddraaiende trommel geprojecteerd. Als de laserstraal de trommel raakt ontstaat er een elektrische lading. Daarna komt de trommel in aanraking met een zwart poeder. Op de plaats waar de letters geprojecteerd worden blijft het poeder zitten. Daarna wordt er een vel papier langs de trommel gehaald dat het poeder overneemt. Door verhitting wordt het poeder blijvend op het papier ingebrand. De kwaliteit van een laserprinter is zeer hoog. Daardoor lijkt het alsof de letters gedrukt zijn. De snelheid van het afdrukken is erg groot. 8 bladzijden per minuut is voor deze printer heel normaal.

Computerprogramma's

Hiervoor werd de hardware beschreven. Nu volgt de software. Met sofware worden de computerprogramma’s bedoeld. Zoals al eerder staat vermeldt, kan een computer niet zelfstandig werken. Om het duidelijker te maken: zonder software kan een computer niets. Een computer heeft programma's nodig om hem goed te kunnen gebruiken.

De aanschaf van programma’s

Welke programma’s je moet gebruiken is afhankelijk van waarvoor je de computer wilt gebruiken. Programmatuur wordt over het algemeen ingedeeld in twee soorten: besturingsprogramma's en toepassingsprogramma's. Hieronder worden deze programma’s beschreven:

Besturingsprogramma's

Een besturingsprogramma heeft niet direct nut voor de computergebruiker; je kunt er niet mee rekenen of teksten mee verwerken. Toch heb je het programma nodig want zonder programma’s werkt de computer niet. Het besturingsprogramma zorgt ervoor dat geheugen en randapparatuur zoals toetsenbord en printer werken. Het beheert gegevensbestanden en zorgt ervoor dat toepassingsprogramma's werken. Het besturingssysteem dat het meest wordt gebruikt is MS-DOS, een afkorting van MicroSoft Disk Operating System. Het systeem is in de loop van de jaren in het gebruik steeds makkelijker geworden.

Toepassingsprogramma's

Met deze programma's kun je de computer inzetten voor een bepaalde taak, bijvoorbeeld tekstverwerking, rekenen of het bijhouden van een elektronische kaartenbak en tekenen.

Tekstverwerkers

De tekstverwerkers worden het meest gebruikt. Op veel bedrijven en kantoren hebben deze programma's de typemachine vervangen. Je kunt de tekst goed bekijken, verschillende lettertypes gebruiken, fouten gemakkelijk verbeteren, spelling controleren en de tekst gemakkelijk bewaren op de harde schijf of een diskette. Je kunt de tekst ook nog mooier maken met allerlei plaatjes en grafieken, bijvoorbeeld uit andere programma's.

Tot slot kun je de computer ook gebruiken als een elektronische kaartenbak, in het Engels ook wel database genoemd. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan de catalogus in een bibliotheek, de leerlingenadministratie van de school of de patiëntenadministratie van de huisarts. Je kunt weer alles opslaan op de diskette of op de harde schijf zodat je geen grote archiefkasten nodig hebt.

Invloed van de computer op de maatschappij

Net zoals de uitvinding van de stoommachine heeft ook de uitvinding van de computer grote invloed gehad op de maatschappij. Handenarbeid werd minder belangrijk; de mensen moesten in plaats daarvan leren om met machines om te gaan.
Zo heeft de computer ook gezorgd voor ingrijpende veranderingen. Enkele voorbeelden:
  • De pc wordt bijna overal gebruikt, bijvoorbeeld op het werk, op school of thuis. Gegevensverwerking met de computer wordt steeds belangrijker zoals automatisch betalen met een pinpas en pincode.
  • Bepaalde banen zijn verdwenen, andere zijn er weer bijgekomen. Een voorbeeld: lassers in een autofabriek lasten vroeger zelf. Nu zijn zij degenen die gegevens invoeren in de computer: waar de lassen moeten komen, met welke temperatuur er gelast moet worden etc. Het laswerk zelf wordt door een automatische lasmachine gedaan die door de computer bestuurd wordt.
  • Sommige dingen zijn door de computer makkelijker geworden en gaan ook sneller. Maar bepaalde banen zijn saaier geworden. Soms hoeft de mens alleen maar in actie te komen als er iets mis gaat.
  • Men had verwacht dat door de komst van de computer er meer werkeloosheid zou ontstaan. Daarentegen heeft de computer meer nieuwe beroepen opgeleverd, zoals het beroep helpdeskmedewerker, computerprogrammeur, computerverkoper of netwerkbeheerder.

Het computergebruik heeft de maatschappij erg veranderd. Zoals hierboven wordt beschreven zijn er positieve dingen door de komst van de computer ontstaan, maar de computer brengt ook nadelen met zich mee. Hier volgen enkele negatieve kanten:

Privacy

Met de computer is het beheren van gegevens een stuk eenvoudiger dan eerst. Dat kan betekenen dat er een grote kans is dat gegevens gebruikt worden op een manier die niet de bedoeling is. Je kunt hierbij denken aan twee soorten verkeerd gebruik:
  1. De gegevens kunnen door iemand bekeken worden die er eigenlijk niets mee te maken heeft.
  2. De gegevens kunnen gewijzigd worden door iemand van buitenaf.

Een voorbeeld hiervan is een leerling die zijn/haar eigen cijfers verandert. Hiertegen worden maatregelen genomen om te zorgen dat alleen de bevoegde persoon toegang heeft tot de gegevens. Je kunt hierbij denken aan een wachtwoord.

Informatisering

Hiermee wordt bedoeld dat je meer informatie aangeboden krijgt dan je eigenlijk nodig hebt. Hierdoor is het belangrijk om te leren hoe je uit al die informatie díe informatie moeten halen waar je op dat moment ook behoeften aan hebben.

Het koppelen van gegevensbestanden

Je kunt gegevens die je hebt met elkaar in verband brengen waardoor je bijvoorbeeld dingen kunt uitzoeken. Je kunt de gegevens uit twee gegevensbestanden van iemand vergelijken en dingen opsporen waar je anders niet achter zou zijn gekomen, bijvoorbeeld door de belasting of politie. Het bezwaar hiertegen is weer de privacy.

Computercriminaliteit

Hiermee worden de overtredingen en misdaden bedoeld die door mensen met behulp van de computer gepleegd zijn. Een voorbeeld: een computerprogrammeur die op een bank werkt probeert een klein geldbedrag van rekeningen van mensen die hij moet verwerken door te sluizen naar zijn eigen bankrekening. Een ander voorbeeld zijn de computervirussen: dit is de meest bekendste vorm van computer­criminaliteit.

De computer en het milieu

Computers gebruiken veel energie. Het maken van computers levert ook veel vervuiling op. Kapotte computers moeten behandeld worden als chemisch afval. Door een groot gehalte aan zware metalen en door brandvertragende stoffen in het kunststof komen er bij verbranding erg veel giftige gassen vrij. Ook printers vormen veel giftige gassen. O.a. door het gebruik van printers is er een grote toename van het papiergebruik.
© 2006 - 2024 Bartw, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
ComputerbeveiligingenComputerbeveiligingenEr is bijna geen één huishouden die geen computer heeft. Een computer heeft een goede beveiliging nodig om geen virussen…
Moet je je computer 's-nachts uitzetten of aan laten staan?Moet je je computer 's-nachts uitzetten of aan laten staan?Wanneer je thuis veel met je computer bezig bent, dan kun je je afvragen of je deze 's-nachts gewoon kan laten aanstaan…
De computer, vroeger en nuDe computer, vroeger en nuDe computer is vandaag de dag onmisbaar in de dagelijkse maatschappij. Bijna iedereen heeft wel een computer. Heb je gee…
Reinigen: schoonmaken van de computerReinigen: schoonmaken van de computerHet is met enige regelmaat om uw pc te laten schoonmaken. Dit komt omdat zich in een computer snel veel stof kan verzame…

Ascii code tabelASCII is de afkorting van American Standard Code for Information Interchange en is een standaard om verschillende letter…
Bartw (118 artikelen)
Gepubliceerd: 06-10-2006
Rubriek: Pc en Internet
Subrubriek: Diversen
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.