Wat is internet en hoe werkt internet?
Ook al is het heel vanzelfsprekend, soms is het moeilijk voor te stellen dat je binnen een paar seconden contact kan hebben met iemand die aan de andere kant van de wereld woont. Hoe kan dat eigenlijk? Hoe worden de gegevens zo snel van de ene naar de andere computer gebracht? Lees hier over pakketgeschakelde netwerken, protocollen en meer.
Wat is internet?
Het internet is een publiek wereldwijd systeem van computernetwerken die met elkaar in verbinding staan. Het hele netwerk bestaat dus uit verschillende netwerken. De netwerken kunnen commercieel of academisch zijn, of bijvoorbeeld bij het rijk horen. Bij het internet zijn er geen centrale servers. De gegevens die worden doorgegeven via internet kunnen vele routes aannemen, er is niet één weg die de gegevens nemen die worden verzonden.
Belangrijk is te weten dat het internet niet hetzelfde is als WWW: World Wide Web. WWW is enkel een applicatie die internet gebruikt om te functioneren.
Pakketgeschakeld netwerk: packet switching
Internet is een netwerk waarin kleine pakketten van variabele grootte worden overgebracht. Een pakketje is eigenlijk een deel gegevens met de bestemming erbij, zo is het mogelijk het pakketje met gegevens af te leveren bij het juiste adres. Het pakket neemt een bepaalde route aan in het netwerk: deze route is de snelste route die op dat moment mogelijk is in het netwerk. Dit hoeft dus niet altijd dezelfde route te zijn. Wanneer de pakketjes zijn aangekomen bij het adres: de computer, worden door de computers de pakketjes aaneengeschakeld tot het oorspronkelijke bericht.
TCP/IP protocol
Een protocol is een standaard die de verbinding, de interactie en de gegevensoverdracht vergemakkelijkt en controleert tussen twee of meer computers. TCP staat voor
Transmission Control Protocol, IP staat voor
Internet Protocol.
Protocollen werken in lagen. Elke laag heeft een eigen taak. Hoge lagen zijn dichterbij de eindgebruiker, lage lagen zijn dichterbij de machine. De lagere lagen zijn dus steeds technischer, en minder begrijpelijk voor ons. Met laag wordt dus bedoeld hoe lager het cijfer, des te technischer.
Belangrijke afkortingen
- URL (Unifrom Resource Locator): de URL is gemaakt van het protocol dat gebruikt wordt, vaak http. Vervolgens komt het adres, bijvoorbeeld www.infonu.nl. Tenslotte komt de bestandsnaam, een specifiek gedeelte van de site die je bezoekt.
- HTML (HyperText Markup Language): bestanden waarin de tekens < en > worden gebruikt om een bepaalde opmaak toe te voegen en daarmee het stuk tekst van de rest te scheiden. Het is bedoeld om links te geven naar andere documenten, om verschillende lay-outs te geven of om structuur aan te geven.
- XML (Extensible Markup Language): een vernieuwde versie van HTML, met minder beperkingen.
- HTTP (Hyptertext Transfer Protocol: het nieuwe netwerk protocol: WorldWideWeb Consortium heeft de standaard hiermee gezet.
Belangrijke personen in de geschiedenis van het internet
- Joseph Licklider (1915-1990): eerste directeur van de Information Processing Techniques Office (IPTO) van de Advanced Research Projects Agency (ARPA). Hij was bedenker van het ‘Galacted Network’ concept, en hij zag als een van de eerste dat een globaal netwerk de wereld wel eens zou kunnen veranderen.
- Paul Baran (1926): hij bedacht het concept van het ‘decentralized network’. Hij bedacht dat er veel wegen waren tussen twee knooppunten, en dat gegevens verzonden moesten worden in kleine gedeelten.
- Leonard Kleinrock: de host op zijn computer werd het eerste knooppunt van het internet in september 1969.
- Donald Davies (1942-2000): hij bedacht mede het ‘packet switching’ principe.
- Paul V. Mockapetris: Domain Name System (DNS); met andere woorden: deze man heeft het systeem bedacht waarin domeinnamen werden geregistreerd.
- Tim Berners-Lee: bedacht twee concepten waarop WWW is gebaseerd, namelijk URL en HTML.