Schrijven voor het web, tips en trucs

Schrijven voor het web vereist andere vaardigheden dan voor print. De bezoeker leest de pagina niet maar scant de tekst op trefwoorden. Daarom is het moeilijk om de aandacht te trekken en vooral vast te houden. In print moet je synoniemen bedenken maar op internet moet je juist woorden herhalen. Het is een andere wereld. Een aantal tips en trucs.

Schrijven voor het web

De afgelopen jaren is een aantal specifieke eisen ontwikkeld voor het schrijven voor het web. Belangrijkste is kort en bondig te schrijven. Hoe leest de bezoeker een website. Het antwoord is simpel: ze lezen die niet!! Een schermtekst leest tot vijftig procent trager. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat slechts 16 procent van de mensen de webpagina’s woord voor woord leest. De andere 84 procent ‘scant’ de pagina’s op bepaalde woorden of zinnen.

Maak je teksten dan ook scanbaar. Technieken die je kunt toepassen om de ‘scanbaarheid’ van je tekst te verhogen:

• Inhoudsopgaves. Geef een overzicht van alle hoofdstukken en paragrafen met een beknopte, liefst gelinkt trefwoord.
• Pagina’s. Zorg dat de pagina-indeling een vast stramien heeft. Zonder een vaste opzet wordt het een zoekplaatje en raak je de bezoeker snel kwijt.
• Paragrafen. Waak ervoor dat de paragrafen niet langer zijn dan drie of vier regels. Lange paragrafen worden misschien niet eens gelezen.
• Tussenkoppen. Een tussenkop van liefst één trefwoord per twee of drie paragrafen is aan te bevelen.
• Signaalwoorden. Trefwoorden vet maken of linken
• Opsommingstekens. Bij een opsomming is het verstandig om symbolen, tekens of nummers te gebruiken.
• Alinea's. Per alinea een onderwerp. Elk nieuw onderwerp op een nieuwe alinea die uit meerdere paragrafen kan bestaan.
• Samenvatting. Heb je een lange tekst begin dan met een samenvatting.
• Witregels. Tussen alinea’s en paragrafen hoort een witregel. Dit is bedoeld als rustpunt tijdens het lezen. Zo neemt hij de tekst makkelijker op.

Wees direct

Nogmaals: zorg ervoor dat je teksten kort en bondig zijn.

• Voorkom breedsprakigheid.
• Druk je krachtig uit en zwak niet af.
• Schrijf alleen het woord ‘gebruik’ in plaats van gebruik maken van.
• Hanteer de actieve vorm: ‘Rij die straat uit en neem de tweede afslag rechts.’
• Spreek de lezer direct aan. Die moet het gevoel hebben dat er een mens achter de tekst staat.
• Print de tekst uit zodat je die kan doornemen en lees het liefst hardop. Als de zin niet klopt merk je dat gelijk.

Concurrentie

Niemand zit te wachten op ellenlange pagina’s met tekst. De lezers schrikken hiervan en klikken snel weg want een internetter is heel snel verveeld. Jouw stuk heeft concurrentie van de beurskoersen, de laatste MP3-deuntjes, de nieuwste YouTube-filmpjes, het weerbericht enz.

Vermijd dus lange hoeveelheden tekst achter elkaar, zowel in de lengte als de breedte van de pagina. Als je toch veel tekst wilt presenteren over een specifiek onderwerp, dan kun je onderstaande technieken toepassen:

• Verspreid de tekst over meerdere sub-pagina's.
• Gebruik inhoudsopgaves met links als je een echt lange tekst achter elkaar op één pagina moet zetten.
• Per pagina niet meer dan 2x of 3x scrollen.
• De gehele pagina incl. foto's moet onder de 100 KB blijven.
• Bijlagen als PDF-files toevoegen die uitgeprint kunnen worden.